maandag 22 maart 2010

Faalangst vervolg

Vroeger vond men dat de ouders 'schuld' hadden aan de faalangst van het kind. Tegenwoordig weten we dat dit niet zo is. Ik wil hier niet mee zeggen dat ouders helemaal geen rol spelen. Ze doen dit waarschijnlijk op een onbedoelde manier. Bijvoorbeeld een belofte of een afspraak die niet nagekomen kan worden.

Faalangst kan aangeboren zijn. Iemand heeft dan bepaalde genen ervoor. Een kind kan ook faalangst krijgen door middel van een nare gebeurtenis. Ook als je omgeving behoorlijk prestatiegericht is, kan een kind faalangst ontwikkelen. In deze omgeving gebeurd het ook redelijk vaak dat er alleen aandacht wordt gegeven aan een prestatie die is gelukt. Niet aan een prestatie de veel moeite heeft gekost maar uiteindelijk toch is mislukt. Merkwaardig genoeg worden er in deze omgeving ook weinig complimentjes gegeven aan gelukte prestaties.

Faalangst

Over een paar weken weer toetsweek. Je begint al langzaam te zweten. Wat moet ik leren, wanneer heb ik welke toets. Hoe moeilijk en hoeveel stof is het. Je weet het niet meer. Je hebt in totaal 9 vakken. De een makkelijker dan de ander. Maar je hebt besloten te beginnen met wiskunde. Staafdiagrammen, cirkeldiagrammen, histogrammen. Je weet het allemaal perfect. Geen problemen met de stof. Je komt op school, het is de dag van de toets. Je begint vol goede moed. Maar dan op dat moment beginnen de letters en de cijfers allemaal te draaien. De stof die je zo goed begreep ziet er nu uit als Chinees. Je hebt last van een black out. Je kan het niet meer.

Je hebt faalangst. Je bereid de stof van te voren goed voor. Maar je begint al te twijfelen. Het gaat vast niet lukken. Ik haal waarschijnlijk toch wel een onvoldoende. Nu gaat het goed maar als ik eenmaal met de toets bezig ben krijg ik toch een black out. Vanwege je faalangst presteer je meestal onder je niveau. De dagen voordat je de toets krijgt zijn meestal niet prettig. Want de toets is op dat moment het enige wat door je hoofd spookt.